Dutch – Polish

Parallel Corpus
DutchPolishDOMAIN
Hij zal tijdens het proces getuigen.Będzie zeznawał w procesie.law
Het team maakte gelijk tegen het eind van de wedstrijd.Drużyna zremisowała pod koniec meczu.sport
Zij heeft een pagekopje.Ona ma fryzurę na pazia.geometry
Met wie spreek ik?Kto przy telefonie?telephone
We bellen elkaar elke avond.Dzwonimy do siebie co wieczór.telephone
Op de grond heb ik een biljet gevonden.Znalazłem banknot na ziemi. 
Ik vind dat hij juist gehandeld heeft.Uważam, że zrobił dobrze. 
Ik vind haar charmant.Uważam, że jest czarująca. 
Hij vond de vragen moeilijk.Uznał, że pytania były trudne. 
Deze stad ligt in het noorden van het land.To miasto znajduje się na północy kraju.